< naar fabel-menu, ingekorte versie
< menu volledige versie > volgende

VOORAF

 

‘This is no time for poring over those works of art' zijn de eerste woorden die we in de Aeneïs-vertaling van C. Day Lewis van de sibille Deiphobe vernemen. Deze vermaning had ik al eens eerder, in een werk uit 1990, gebruikt, maar ondertussen was ik op 'zulke' werken en 'words of art' - mythologische motieven vaak - blijven broeden, en turen. 
Roberto Calasso, Italiaanse schrijver en uitgever, heeft ooit gezegd: ‘De mythe is een verhaal. De enige manier om dieper door te dringen in de wereld van de mythe is de verhalen van begin tot eind opnieuw te vertellen.’ En: ‘Zodra we de mythe aanraken waaiert die in alle richtingen uit. De variant is hier de grondvorm. Iedere handeling voltrekt zich op die manier, of toch op een andere, of toch weer op een andere. En in al die uiteenlopende verhalen weerspiegelen zich de andere.' Dit verklaart wellicht waarom ik nog steeds niet op mythologische thema's die ik eerder heb gebruikt uitgekeken ben en ze - ook al is het er misschien de tijd niet naar - ook voor de fabel van dit project ben gaan gebruiken.

 

FABEL

Het idee voor de fabel die aan De k van Skylla ten grondslag ligt stamt uit 1998 en is destijds zo goed als vanzelf ontstaan. Als een onvoorbedachte associatie van een beeldende vorm die mij al werkende voor ogen was komen te staan met de gestalte van een vrouwelijke drievoudige mythologische figuur en haar verbondenheid met andere mythologische en klassieke personages en figuren. Tegenover de spontaniteit van dit idee was de uitwerking ervanals fabel het resultaat van een opzettelijk procedé. Dit onderdeel heeft voor een groot deel uit het (her)bestuderen, excerperen en al schrijvend combineren van klassiek-literaire en mythologische bronnen bestaan en was er vooral op gericht om de associatieve thematiek van het basisidee zowel naar vorm als naar inhoud uit te diepen.
Het schrijven van fabels is voor mij steeds een belangrijk werkinstrument geweest. Of de fabel nu schematisch was opgesteld of vergaand uitgeschre­ven was: het schrijven van een fabel, meestal voor een videowerk, was een werkmethode die ik nodig had - en nog steeds nodig heb - om aan de meestal eenvoudige vormgedachte van het basisidee bepaalde beeld- en betekenisla­gen te verlenen. Het concipiëren en uitwerken van een fabel gebeurde niet alleen tijdens het voorwerk van een project. In de beginfase werden doorgaans alleen de belangrijk­ste hoofdlijnen uitgezet, meestal in de vorm van een korte beschrijving van het hoofdthema in het werkplan en werd de verdere uitwerking van de fabels in samenhang met de werkzaamheden die daarop volgden gedaan; soms ook nog tijdens het samenstellen van de opname- en montagedraaiboeken.
Het is toen de fabel uit 1998 voltooid was gebleken dat het deze keer anders was gegaan en dat het inhoudelijke voorwerk een eigen leven was gaan leiden. Dit kwam niet alleen door de grote diversiteit binnen het onderwerp van de fabel. Ik heb mij toen, ook omdat ik in de ban van mijn eigen fascinaties was geraakt, vanaf een bepaald moment willens en wetens door het onderwerp mee laten slepen.

 

HEKATE - Trivia, Selene, Hekalene

Het beeld dat mij op het idee van de fabel voor het project uit 1998 heeft gebracht was dus het beeld van een antropomorfe drievoudige figuur. Dit beeld was oorspronkelijk voor een ander project bedoeld waarin de drievoudige figuur Dis uit Dante's Inferno centraal stond. Bij het doen van enkele proeven voor de beeldopbouw van dat project ben ik op de Griekse Hekate-Triformis en haar Romeinse variant de Trivia gestuit. Deze associatie sprak mij aan omdat ik ineens een vrouwelijke aanblik van de drievoudige figuur voor mij zag, tegenover Dis die een mannelijke figuur is.
Ik ben om meer over Hekate te weten te komen allereerst bij Hesiodos te rade gegaan. Dat wil zeggen bij diens Theogonia en bij de Catalogus van Vrouwen en Heldinnen, dat aan Hesiodos wordt toegeschreven. Omdat ik mij al eerder voor een ander project in deze vroeg-Griekse auteur had verdiept, was het mij bekend dat hij in verschillende commentaren op zijn werk als 'evangelist van Hekate' te boek staat vanwege de uitgebreide en lovende passage die hij, ook al was hij misogyn, in zijn Theogonia aan deze godin gewijd heeft.
Al gauw bleek dat een herbestudering van Vergilius nodig was om mij verder in het onderwerp te verdiepen. Toen ik een aantal cruciale passages uit de Aeneis voor de fabels van mijn vroegere, op deze auteur geïnspireerde werken herlas, werd ik mij er pas goed van bewust hoezeer juist deze passages van allerlei Hekate-motieven doordrongen waren.
Vanwege de opmerkelijke ontwikkelingsgang in het aanzien van deze godin - de hoogstaande Hekate van Hesiodos, door hem boven alle goden en godinnen vereerd, tegenover de afschrikwekkende en gevreesde Hecate van de Romeinen - had ik vertellers uit het Egeïsche gebied die aan Hesiodos voorafgingen willen raadplegen om te bezien of haar dubbele hoedanigheid vanuit vroegere tradities verklaard kon worden. Omdat onze kennis van de verhalen van de bronstijd en daarvoor praktisch alleen op mondelinge overlevering berust (verhalen die pas veel later, onder meer in de geschriften van Homeros en Hesiodos, werden opgeschreven) heb ik een aantal zeer uiteenlopende mythologieboeken en een paar archeologieboeken over de bronstijd bestudeerd om meer over deze tradities als mogelijke verklaring voor de raadselachtige aspecten van Hekate aan de weet te komen. Daarbij bleek dat er nog een derde aspect van deze godin heeft bestaan: de Hekate Trioditis. Dit is de godin Hekate in haar hoedanigheid van oer- en maangodin, die in verschillende triades geassocieerd is aan andere (maan)godin­nen.
C. Kerényi in The Gods of the Greeks (Londen,1951/88; p.35-37): 'Hekate was deelhebster van de hemel, de aarde en de zee, maar ze werd nooit een Olympische godin. Zij was zo nauw met het leven van onze (sic) vrouwen verbonden, en daardoor met het mensdom in het algemeen, dat ze van kleiner statuur leek dan de vrouwen en dochters van Zeus. Van de andere kant was haar domein - in het bijzonder de zee, waar zij in oertijden haar liefdesaffaires had - zo groot dat de Olympiërs die niet onder controle konden houden. Als ze niet onderweg was, verbleef zij in haar grot.' 'Van de andere kant werd er ook gezegd dat Hekate gebiedster van de Onderwereld was en iedere nacht een zwerm geesten rondleidde, begeleid door het geblaf van honden.' 'Zij werd elders veronder­steld een van de Dochters van Nacht te zijn.'  En: 'Ze werd zelfs Teef en Wolvin genoemd.'
Ik heb geprobeerd de grote variatie aan bestaansvormen van deze intrigerende godin in de fabel die ik toen, 1998, Hekate - Trivia, Selene, Hekalene heb genoemd - en nu dus aan De k van Skylla ten grondslag ligt - te verwerken.
De fabel begint met een korte paragraaf, getiteld Wie was Hekate? Deze paragraaf is een algemeen én persoonlijk schematisch overzicht om de uiteenlopende hoedanigheden en verschijningsvormen die ik omtrent Hekate tegengekomen ben, of die ik zelf in haar projecteer, in te leiden.

 

NOG ONBESTEMD PROJECT

Het aanvankelijke uitgangspunt van de fabel Hekate - Trivia, Selene, Hekalene uit 1998 was het idee van een video-installatie, bestaande uit een video-sculptuur, een aantal ruimtelijke videoprojecties en enkele parallelle videowerken. Daarbij wilde ik voor de productionele kanten van het werk en voor de presentatie ervan gebruik maken van destijds recent ontwikkelde videotechnieken. Deze opzet zou mij niet alleen gelegenheid bieden om motieven die blijkbaar bestendig voor mij zijn verder uit te diepen, maar ze ook in een ander ‘perspectief’ te plaatsen. Dit laatste mocht ook letterlijk genomen worden: het resultaat van het project Hekate - Trivia, Selene, Hekalene zou er heel anders uit komen te zien dan de videowerken die ik tot dan toe maakte.
Gaandeweg vroeg ik mij echter af of ik mij bij het concipiëren van het werkplan alleen op het maken van een videowerk moest blijven richten. Voor dat ogenblik wilde ik vanwege de ongebruikelijke vorm van de fabel en de veelheid van motieven nog geen uitspraak over de verdere uitvoering en de discipline waarin dat zou gebeuren doen en alle mogelijkheden op dat gebied, zowel beeldende als niet-beeldende disciplines, openlaten. Daarom heb ik toen de aanvankelijke ondertitel van het eerste concept, Fabel voor een videoproject, in Fabel voor een nog onbestemd project veranderd. En deze uiteindelijk – najaar 2008 – uitgangspunt gemaakt voor wat ik vanaf dat moment een webopera ben gaan noemen.

 

GEDROOMDE HERBESTUDERING

Nog een enkel woord over Vergilius en een aantal personages uit diens Aeneis, en dan met name Palinurus en Misenus. Ofschoon de fabel Hekate - Trivia, Selene, Hekalene in de eerste plaats op Hesiodos en op overgeleverde vertellingen uit de bronstijd is geïnspireerd, zal ik hun namen in wat hierna volgt herhaaldelijk blijven noemen. Dit komt doordat het bestuderen van Hesiodes en van literatuur over de mythen van de bronstijd en het opnieuw bestuderen van Vergilius mij duidelijk hebben gemaakt, dat de passages van de Aeneis die mij het meeste aanspraken - en die ik voor een deel al eerder had gebruikt - feitelijk uit deze veel oudere traditie stammen. (Dat er al schrijvende niet alleen op de wereld rond Palinurus maar ook op die rond Misenus een scherper licht kwam te staan, was iets dat ik niet had verwacht. Dat ben ik pas later gaan beseffen.)
Ik heb mij altijd zeer tot de bijfiguren en antagonisten uit Vergilius' hoofdwerk aangetrokken gevoeld, meer dan tot de protagonist en zijn hooggestemde directe omgeving. Door het opnieuw lezen van een aantal passages uit de Aeneis in het kader van de bestudering van Hekate in haar hoedanigheid van de Romeinse Trivia, kwam ik er achter dat mijn voorkeur voor de antagonisten en tritagonisten vooral moet zijn ontstaan, doordat in deze personages de levensgeesten van een oude en boeiende traditie opnieuw opgewekt lijken te worden. Zij brengen ons terug‘naar de schimmige verten van oude mythologie en volksoverlevering’ en werken eraan mee om ‘de ontzag inboezemende en geheimzinnige sfeer die Vergilius zoekt’ tot stand te brengen (R.D.Williams, The Aeneid of Virgil, New York 1989). En omdat dit de sfeer was die ik voor de fabel Hekate - Trivia, Selene, Hekalene zocht, heb ik ervoor gekozen om deze fabel, met daarin de resultaten van mijn studie over Hekate en over hoe zij zich voor en na Hesiodos ontwikkeld heeft, als een gedroomde herbestudering van het Palinurus- en Miseno-motief te presenteren.
Ik ben me ervan bewust dat deze vorm niet zonder risico’s is, omdat dromen immers aan derden moeilijk te vertellen zijn en het gedroomde zelf overbodig lijkt, zodra je weer wakker bent geworden. Van de andere kant is het zo, dat deze vorm het mij mogelijk heeft gemaakt om motieven die blijkbaar belangrijk voor mij zijn en de grote verscheidenheid aan motieven in de uiteenlopende hoedanighe­den van Hekate en haar personificaties en associaties met andere mythologische personages in een persoonlijke mythe - die van Palinurus en Skylla, die, zoals blijken zal, op zijn beurt ook nog eens de mythe rond het lot van Hesiodos zelf raakt - bij elkaar te brengen.

 

                                    NdK, Amsterdam, voor/najaar 1998 en najaar 2008/09

 

 

> Wie was Hekate? - > (1) Hekate Trivia - > (2) Trivia Selene - > (3) Hekalene