HONDEWACHT 1 - HYPNOS
De maannacht is bijna over haar hoogste punt heen. Tijd om van de droom die ik rond Palinurus droom een korte balans op te maken.
Van zes vrouwenborsten ben ik bij de maan en Hekate beland, en Trivia in haar stralende en huiveringwekkende gestalte. Zij hebben mij vanaf de verduisterde aarde zowel in de boven- als onderwereld gebracht, verblind en verward door droefsluimerende en geëxalteerde doodsgedachten.
Achter de horizon van de rustige zee waarop mijn blik zich richt, liggen de steile rots en de kaap die, voordat wij aan land gaan op afstand omzeild moeten worden. En daar weer achter het zwarte meer en de bossen waarin zich de grot van de waarzegster bevindt, die mijn aanvoerder, die ik niet meer luchten kan, straks eerst nog moet zien te vinden.
Mijn metgezellen en aanvoerder liggen in diepe rust. Net als jullie daar aan de overkant. En nog geen besef van wat jullie boven het hoofd is komen te hangen...
Nog vier uren eer de asgrauwe schemering van de maan in de dageraad over gaat en mijn wacht er op zal zitten. Mijn aanvoerder zal wel weer eerder wakker zijn. Zal ik het roer wel uit handen geven?
MAANSCHEMERING (HEKATE-NEAIRA)
De maan wordt in haar donkerste fase Neaira genoemd. Zij is de vrouw van de zonnegod Helios, die de broer is van de maangodin Selene. In deze sfeer is de kosmische genealogie tegelijkertijd intrigerend en gecompliceerd: zie >> het overzicht met de theogonische stamboom rond Hekate en Skylla bij Wie was Hekate.
Neaira is echter maar een van de namen van de vrouw van Helios; zij heet ook wel Perse of Perseis (resp. Vernietiging of Vernietigster). De moeder van Helios is Theia (de Goddelijke) of Euryphaessa (de Wijdschijnende).
Perse of Perseis is, zoals we al gezien hebben, ook een van de namen van Hekate. Volgens C.Kerényi is Perse-Hekate of Perseis-Hekate het beeld van het onderwereldaspect van de Wijdschijnende godin. Tevens is er sprake van een doorwerking van haar naam in de naam van de godin van de onderwereld Persephone (Zij die vernietiging brengt).
Het donkere aspect van de maangodin als Hekate-Neaira is in mijn droom doortrokken van dood en vernietiging, net als de personificaties die in haar gezelschap verkeren.
Als dochter van Nacht zijn dat: doodsslaap, noodlot, beschikking, vergelding en ondergang. Als titan: vernietiging, monsterlijkheid en demonische betovering.
Tegelijkertijd is de nieuwe maan in haar donkerste fase ook aan de volle maan geassocieerd en niet alleen vanwege haar relatie tot de wijdschijnende Euryphaessa. De drie dochters die uit de vereniging van Helios en Hekate-Neaira zijn voortgekomen staan alle drie in verband met het heldere licht: Helderheid van het jaar (Lampetitia), Stralend wezen (Phaethousa) en Verblindend licht (Aigle), welke laatste door Kerényi geassocieerd wordt aan het maanlicht van de maangodin Phoibe (Heldere, dat wil zeggen volle maan, maar ook de naam die dichters voor de maan gebruiken).
Daarmee heeft Hekate-Neaira ook een lichte kant. Misschien dat je hieronder personificaties van slaap en verleidelijke betovering zou moeten laten vallen.
Door deze innerlijke tegenstelling - zowel afschrikwekkende als bekoorlijke betovering - heeft de nieuwe maan een bijzondere betekenis, zowel in zintuiglijk als geestelijk opzicht. Een schemertoestand als het ware, die je een hemelrond vacuüm zou kunnen noemen; een moment van stilstand in het ondermaanse ook, te midden van al datgene wat de asgrauwe gestalte van de verduisterde maan die wij maanschemering noemen en de drie andere fasen van de maan aan betekenis in zich hebben. (Het zal duidelijk zijn dat die betekenis ook een seksuele achtergrond heeft.) Of anders gezegd, een verstilde overgangstoestand die vanwege de haast somnambule versmelting van vreedzaamheid en doem wel een bedwelmende uitwerking moet hebben - een overgangstoestand die ook kenmerkend is voor het Palinurus-motief.
Williams in zijn commentaar op dat motief, en dan met name de versregels 835f, 839, 840 en 854f:
The new scene is set in peacefully descriptive verses; (835f)
The diction of this line conveys a strange other-worldly effect of midnight powers at work; (839)
'Somnia tristia': a vague phrase of foreboding, where somnia does not mean specifically 'dreams' but rather 'the sleep that brings doom'; (840)
Lovely lines. (854f): de regels waarin beschreven wordt hoe Palinurus' slaapomfloerste blik met het vocht van de Lethe en de Styx - respectievelijk het stroompje van vergetelheid en een van de rivieren (de gruwelijke) uit de onderwereld - gebroken wordt.)
Ik heb er al eerder op gewezen dat in de mythologie aan de schijngestalte van de nieuwe maan geen expliciete betekenis werd toegekend; als zij een speciale betekenis had dan was het een rituele.
Toch is de fase van de nieuwe maan er een die ik qua vorm niet buiten beschouwing kan laten. De dichterlijke vrijheid van Doncker heeft mij laten zien op wat voor een manier de nieuwe maan een betekenisvolle plaats in het geheel kan innemen: als personificatie van de gestalte Hekate-Neaira. De expliciete betekenis van dit aspect van de maan zou ik, in navolging van Williams, met termen als 'de andere wereld', 'middernachtelijke krachten' en 'doem' willen samenvatten.
Het is voor mij belangrijk dat de nieuwe maan hiermee toch een betekenis heeft die ik aan die van de andere maanfasen kan binden. Het voert nu te ver om hier nader aan te geven in welke verhouding Hekate-Neaira volgens mij tot de drie andere gestalten van Hekate - de Hekate Trioditis - staat en op welke manier zij de cyclus van afnemende naar wassende maan rond weet te maken. (Met dit laatste bedoel ik: haar verwevenheid in de overgang van Hekate Tartarouchos naar Hekate Ourania en haar tegenovergestelde positie ten opzichte van Hekate-Phoibe.)
Alleen dit - en dat heeft direct te maken met het feit dat de maan als een drievoudig hemellichaam met drie maanstanden werd vereerd, terwijl wij de maan als een object met vier schijngestalten beleven.
Het hele denken in drievoudige analogieën (en dan niet alleen in triades van maangodinnen, maar bijvoorbeeld ook in de triades rond Aphrodite of Demeter) was gebaseerd op de hoop of wensdroom van regeneratie en wedergeboorte, waarin de dood als zodanig natuurlijk niet kon voorkomen. Ik neem aan dat in het symbolisch denken rond de drie levensfasen van de maangodin geen plaats was voor de associatie 'dode' vrouw - en dan echt definitief dood - tenzij als schim, bijvoorbeeld in het gezelschap van Hekate-Tartarouchos.
Toch is het begrip 'dode' vrouw een even 'definitief' begrip als de drie levensfasen van de vrouw, zie maar het lot van Dido en Camilla. Omdat ik dit aspect ook een plaats in het verhaal wil geven, kan ik het begrip 'dode' vrouw, als compromis tussen het mythologische karakter van het denken rond de maangodin en het agnostische denken van mijn geest, misschien beter in het begrip 'afwezige' vrouw - vrouw die voortdurend in mijn geest maar niet lijfelijk aanwezig is - sublimeren. Dit houdt in dat de fase van de nieuwe maan - want waaraan zou je de afwezige anders moeten koppelen? - nog een bijkomende gevoelswaarde krijgt: de gemoedstoestand die je een gevoel van verlatenheid zou kunnen noemen.
|