De onoverdekte gang naar de Spelonk van de Sibille van Cuma.

 

 

* Het Plan

* de spelonk

> uit de werkmap

> aanzet

> bijgevoegd

 

> Resumé

 

 

> menu

< home

 


IN ANTRO - DE OPMAAT / DE SPELONK

 

 

 

DE ANTRO DELLA SIBILLA CUMANA ALS MODEL VOOR DE ENSCENERING

 

 

DOOR 100 HOLEN ZINGEND

uit: De K van Skylla, deel III

De spelonk van de Sibille van Cuma bij Napels is een unieke archeologische bezienswaardigheid, die al bij een eerste bezoek een onuitwisbare indruk maakt, zowel qua vorm als qua ligging. Aanvankelijk bezocht als één van de locaties die voor een videoproject moest worden onderzocht, is dit ruimtelijk gewrocht mij ook daarna blijven intrigeren en inspireren.
En nog steeds - maar dit keer niet voor slechts een onderdeel van een project. Hoewel van groot belang voor de scènerie van het tweede tafereel van de tweede akte van de web/leesopera, is de raadselachtige vorm en de qua landschap luisterrijke ligging van dit monument medebepalend geweest voor de hoofdstructuur van het verhaal en de enscenering van de hele web/leesopera. Vandaar ook de titel van het supplement van de web/leesopera: ‘Door 100 holen zingend’.
De verdeling in negen taferelen en een voor- en naspel is direct aan de grondvorm van dit geheimzinnig archeologisch monument ontleend, ook al is inmiddels vast komen te staan dat dit bouwsel niets van doen heeft met de verblijfplaats van de Sibille van Cumae.
Vorm en indeling van de grot van de Sibille staan evenwel model voor de manier waarop een geregistreerde versie van 'De k van Skylla' als installatie vertoond zal worden.

 

VORM EN BETEKENIS VAN DE ANTRO DELLA SIBILLA CUMANA

De Antro della Sibilla Cumana is een gang die in 1932 in de tufstenen rotsen op de archeologische vindplaats van Cuma door de archeoloog Amedeo Maiuri is blootgelegd. Daarvoor werd gedacht dat de zogeheten Crypta Romana op die plaats de grot van de Sibille was, maar dat veranderde met de ontdekking van Maiuri. (Zie noot onder aan de pagina)

 

De rechte gang is 131 m lang, 5 m hoog en 2,50 m breed. In de gang bevinden zich negen brede lichtschachten die uitzicht bieden richting zee. De gang eindigt in een gewelfde hal, door Maiuri als het heiligdom geïdentificeerd waarin de Sibille haar orakels gegeven zou hebben.
Inmiddels wordt aangenomen dat de gang zelf uit ca. 500 v.Chr. stamt en sommige delen uit ca. de 4e of 3e eeuw v. Chr. Het orakel van Cumae was veel ouder en de grot van het orakel is waarschijnlijk een kleine ruimte naast de Apollotempel in de stad geweest, terwijl deze gang buiten de stad ligt. Men is het er nu over eens dat de antro niet de grot van de Sibille is, maar waarvoor deze gang dan wel diende blijft een raadsel.

 

OVER DE 'HOLEN' VAN DE SPELONK VAN DE SIBYLLE VAN CUMA

In de Aeneis wordt verteld dat de rotswand van Cumae tot een onmetelijke grot is uitgehold, ‘met honderd gangen openend’. Honderd gangen met honderd mondingen leidden toen naar de grot, waaruit evenveel stemmen naar buiten stroomden: de orakelspreuken van de Sibille.

Waarschijnlijk zijn er veel minder openingen geweest, maar deed het echo-effect een groot aantal mondingen vermoeden. Het precieze aantal nu - en dan hebben we het over de antro zelf -  is niet helemaal duidelijk. Het ene artikel over de grot heeft het over ‘zes zijgangen’ terwijl een ander artikel het over ‘negen openingen in de rechtermuur’ heeft. Ik kwam zelf eerder tot acht, maar heb bij mijn laatste bezoek (juni 2014) vastgesteld dat het er negen zijn, als je de zijruimte rechts in de wand vlak voor de overdekte ingang meerekent. Deze ‘opening’ heeft namelijk dezelfde structuur als de zijgangen in het overdekte gedeelte van de gang, zij het dat deze uitsparing in de huidige situatie geen uitzicht naar buiten geeft en, omdat deze opening zich in het niet-overdekte gedeelte van de gang bevindt, naar boven toe gedeeltelijk open is. Ik neem aan dat het niet-overdekte gedeelte vroeger wel overdekt is geweest en door natuurgeweld of anderszins beschadigd is geraakt.
Naast deze negen openingen zijn voor mij nog twee andere onderdelen van belang: een nis vóór de eerste opening in het onoverdekte gedeelte van de gang en de wand aan het einde van de gang, waartegen deze als het ware doodloopt.

 

Snapshots van de openingen met hun doorkijk, inkijk en uitzicht

 

DE ANTRO DELLA SIBILLA ALS GRONDVORM VOOR INSTALLATIE EN ENSCENERING

De gang van de spelonk is aan het begin voor een klein gedeelte onoverdekt. In dit gedeelte (zie afbeelding) bevinden zich rechts in de muur een uitsparing in de vorm van een nis (genummerd 1/2) en een uitsparing (nummer 3) die qua vorm lijkt op de zijgangen van het overdekte gedeelte. De nis 1/2 is aan de prelude en de proloog gelieerd, zijgang 3 met het eerste tafereel van het eerste beeld, of akte. Het onoverdekt zijn van dit gedeelte van de gang correspondeert met het 'open', preluderende karakter van het voorspel en het eerste tafereel van het eerste beeld, of akte. Daarna 'betreedt' men de mysterieuze gang en begint ook het 'eigenlijke' verhaal van Palinouros.

De zijgangen 4 en 5 zijn gelieerd aan het tweede en derde tafereel van het eerste beeld, of akte. De zijgangen 6 t/m 8 aan het eerste, tweede en derde tafereel van het tweede beeld, of akte, en de daaropvolgende zijgangen 9 t/m 11 aan het eerste, tweede en derde tafereel van het derde beeld, of akte. De overwelfde ruimte aan het einde van de gang (genummerd 12/13) is gelieerd aan de epiloog en de finale.
Deze grondvorm nodigt er haast onvermijdelijk toe uit om een geregistreerde versie van De K van Skylla liefst in situ of anders in een of andere nagebouwde vorm te vertonen, waarbij de registratie in elf delen wordt opgeknipt die in de corresponderende ruimtes vertoond worden. Tegenover de zijgang 6 is een toegang naar een driedelige ruimte, die later is aangelegd en voor wateropslag diende. Tegenover zijgang 7 is een lage uitholling in de muur, die in literatuur die ik geraadpleegd heb niet nader beschreven wordt, maar wel weet te intrigeren. Vervolgens zijn er nog een kleine nis in de rechtermuur tussen de zijgangen 9 en 10 die overigens van weinig betekenis is, en een overwelfde ruimte tegenover zijgang 11, haaks op de eerdergenoemde ruimte aan het einde van de gang, die wel weet te imponeren. Deze ruimtes nodigen ertoe uit om de registratievertoning met andere middelen - de keuze is vrij - aan te vullen.

 

-------------.
*) Zie: Th.L.Heres, Cumae, een bezoek aan de oudste ‘Nieuwe Wereld van de Grieken’, Hermeneus digitaal, waaraan ik een aantal gegevens heb ontleend.

> home - > resumé - > de spelonk - > werkmap - > aanzet - > bijgevoegd - > menu

> volgende

> naar bovenaan deze pagina