snapshot - Archeologisch Museum, Siracuse (It.)

 

Aphrodite, Ludovisitroon - Nationaal Museum, Rome

 

 

 

> Voormiddagwacht

* Voormiddagwacht 1 - 'En passent' (Moiren)

> Voormiddagwacht 2 - Epiloog (Nemesis)

> Voormiddagwacht 3 - Van fabel naar parabel (notities)

 

> Eerste wacht

> Hondewacht

> Dagwacht

> menu

 

 

'En Passent' - Moiren

 

 

 

 

Als eerste toch de vraag of Poseidon er de hand in heeft gehad dat Palinurus, ondanks zijn behoedzaamheid, in Skylla's rotshol terecht is gekomen. Poseidon was, zoals we gezien hebben, ooit de minnaar van Skylla geweest en zou, nu hij vanwege zijn belofte aan Aphrodite met die vervelende kwestie rond één leven zat, in één moeite door haar nog een pleziertje kunnen gunnen. Zou  hij en passant Palinurus tijdens diens oversteek in Skylla's rich­ting gedreven hebben toen hij bezig was van de Tyrrheense Zee, waar hij even niets meer te zoeken had, naar de Ionische Zee door te steken? Het is niet moeilijk je voor te stellen wat voor gevolgen het plotselinge zeegeweld voor Palinurus zou hebben gehad, als de zeegod en zijn stoet in volle vaart op het toegangsge­bied naar de zeestraat aan waren komen stormen. En juist op het moment dat Palinurus al zijn krachten nodig had om met zijn helmstok tegen de beginnende draaistroom van Charybdis in te roeien! Toch vind ik het vanuit de mythe van mijn droom niet aannemelijk dat het op die manier is gegaan. Deze versie is voor een mythische afloop te mager. Bovendien heeft Palinurus - althans zijn schim - zelf  gezegd, dat hij niet door een god was versmoord maar dat hij per ongeluk, meer door eigen schuld dus, de dood had gevonden. En ook al is het zo dat het Poseidon is geweest die het offervonnis uitge­sproken heeft, dan betekent dat nog niet dat hij het vonnis zelf uit zou voeren. Het ligt voor een god van onder meer de zee  meer in de rede dat, indien hij wel de bedenker en de uitvoerder zou zijn geweest, hij Palinurus als genoegdoening eerder in de zee versmoord zou hebben, dan de zeeman - ondanks het heimelijke zwak dat hij misschien nog voor Skylla had - aan stukken te laten scheuren. (Overigens was het niet de zeegod die het op zeelieden had gemunt, maar waren dat de god van de winden, verleidelijke nimfen en zeemonsters.) Het zal eerder zo zijn geweest dat Palinurus bij toeval naar Skylla gedreven is en dat hij ‘en passent’ in de betekenis van een ongelukkige samenloop van omstandigheden, hetzij door onopzettelijk toedoen van Poseidon, hetzij door eigen stommiteit in de handen van Skylla is gevallen. Maar ook dit lijkt mij in tegenspraak met de rode draad in mijn droom, en met het principe dat mythen, en die spelen daarin de grootste rol, ten aanzien van het lot niet zoiets als een onvoorzien toeval kennen. Ook dat wat voor ons toevallig lijkt moet vanuit een of andere beschikking, of van de kant van de Moiren (die soms moeilijk van de Erinyen en de Chariten te onderscheiden zijn), of van die van Nemesis een toegemeten bekrachtiging hebben.
Het zal dan ook voor het grootste deel aan Palinurus zelf gelegen hebben, dat Skylla hem zomaar in de schoot geworpen kreeg, omdat hij toen hij bij haar in de buurt gekomen was - alle gruwelverha­len die over haar de ronde deden ten spijt - uit overmoed, door verleiding of uit nonchalante nieuwsgie­rig­heid toch te dicht in haar nabijheid en binnen haar bereik is gekomen. Aan Cha­rybdis kan het niet gelegen hebben, die ligt vanwege haar positie aan de overkant nog te ver weg om zich te doen gelden als Palinurus vanuit de zeebocht aan komt sturen.
Wellicht dat een plaatselijke zeedamp of het gespetter van Poseidons’ stoet die langstrok hem die ochtend het zicht ontnomen heeft; of dat zijn geest omneveld werd omdat Skylla hem met haar onschuldig-zachte jankgeluid ijl in 't hoofd begon te maken. Waardoor Palinurus, de koers kwijtgeraakt en eenmaal in haar invloeds­sfeer geraakt, niet meer aan haar ontsnappen kon of daaraan zelfs in 't geheel niet meer wilde denken. Ik kan me namelijk voorstellen dat hij stom geslagen was door de verpletterende schoonheid waarmee zij zich aan hem vertoonde en dat hij geen oog voor haar monsterlijke schoot en onderlijf kon hebben. (Nu waren die niet echt te zien, omdat ze verborgen zaten in de grot, maar dit algemeen bekende feit had hij moeten weten.) Dat de zeekant rond Skylla's grot voor hem één betoverende zeeboezem werd, en dat de dubbele drievoudige aanblik van Skylla - twee maal drie hoofden, een beetje lange halzen, dat wel (van hondekoppen wordt door Vergilius niet gesproken) - op een verdubbeling van zijn idolen gingen lijken. Misschien vertoonde ze in haar zes gezichten gelijkenis met de volmaakte gelaatstrekken van de godinnen die hij op de bronzen deuren van Carthago had gezien, maar was hij er zich niet van bewust dat vlees en brons inmiddels in zijn herinnering met elkaar versmolten waren. Het lijkt er dus op alsof Palinurus, maar nu op klaarlichte dag, opnieuw in de maanschemering van drie nachten daarvoor teruggevallen is. En ja hoor: opnieuw daalt Phorbas als een deus ex machina van de hoge hemel neer; niet van 'des hemels sterrentrans' maar nu vanuit een hemel waarin de zon volop bezig is naar haar hoogtepunt te klimmen. Het is moeilijk te zien waar hij zich dit keer op richt, omdat ook Charybdis zich nu met veel golfgeklots begint te roeren. Is het de achtersteven weer (thans een vlot)? Of is het de grot die zich in de zeekant bevindt en die tot in de diepe onderzeese kloof die zich daar bevindt doorloopt - misschien wel even diep als de hemel hoog is...
Het is op zich niet vreemd dat Phorbas opnieuw verschijnt; hij was, zoals we al gezien hebben, de vader van Skylla bij Hekate. Hesiodos echter zegt (De Grote Heldinnen-catalogus 13) dat Skylla de dochter van Phoibos en Hekate is. Met andere woorden, wie is nu eigenlijk haar vader? Dit houdt in dat er, net als eerder rond Palinurus, ook ten opzichte van Skylla sprake is van een rivaliteit tussen Phoibos (die ook wel Apollo of Hekatus heet) en Phorbas (zowel minnaar van Hekate als Hekatus). Wat zou de betekenis van dit omstreden vaderschap dan kunnen zijn? Of gaat het hier slechts om variaties van verhalen die elkaars spiegelbeeld zijn, maar wat wordt er dan in wat weerspiegeld? En wie is in de driehoeksverhouding Hekatus-Hekate-Phorbas nu rivaal en/of minnaar van wie? En welke rol speelt de vooraanstaande Hekate hierbij? Is het nu even niet Skylla die van deze rivaliteit het middelpunt is, maar Palinurus, die door Skylla verzwolgen dreigt te worden?

 

DE WOLFACHTIGE  (MOIRA)

Om te weten hoe deze palinuromachie zal aflopen is het nodig nog even naar de schikgodinnen - dochters van Nacht en daarmee geparenteerd aan degenen waarmee we begonnen zijn - te kijken. Er moet dus nog een ogenblik doorgedroomd worden. Mij lijkt dat, net als het moment waarop iemand aan zijn einde komt en door welke hand, ook de manier waarop een kwestie van beschikking is. Om die reden is het van belang om er achter te komen wat de Moiren met betrekking tot het gebeuren rond Palinurus in het hoofd hadden. Het is namelijk een onontkoombaar feit dat niemand ertoe in staat is zich tegen hun schikkingen te verzetten; zelfs Zeus, de allermachtigste, heeft zich neer te leggen bij wat zij bepalen.
De oudste schikgodin kan soms Aphrodite in haar hoedanigheid van Ourania zijn (Graves 10.3). In deze dubbele hoedanigheid heeft zij veelzeggende bijnamen als 'de Zwarte', 'de Duistere' en 'Mannendood­ster' (Graves 18.4). Alsof dit nog niet genoeg is en een samenvattende hoedanigheid vereist, heeft zij ook nog de bijnaam 'Van de Tomben' (id.). Ik zal niet ingaan op de manier waarop zij, de uit Ouranos' bloederige want afgesneden lid geborene, in deze hoedanigheid met mannen om kon gaan (zie Graves 18.3). Op dit vlak is er bij Aphrodite totaal geen onderscheid meer te maken tussen bevalligheids-, schik- en wraakgodin. Verder heeft de schikgodin Aphrodite Ourania nog de bijnaam Komaitho, 'Met blond haar'. In deze hoedanigheid is zij aan een stervelinge gerelateerd die (toevallig?) ook Skylla heette. (Vgl. Graves 91.1.) Daarnaast is Aphrodite ook nog eens een seizoengebonden maangodin, die in de winter soms in Hera of Athene (in de vorm van een uil, dat wil zeggen als doodsgodin), dan weer in Hekate verandert (id.).
Als we dus willen weten hoe het nu precies met het gebeuren rond Palinurus zit, moeten we meer weten over de hoedanigheid van Aphrodite op het moment dat Palinurus de zeekloof begint af te steken. Want het maakt wel een verschil wie er op dat ogenblik daar de dienst uitmaakt; of het een van de drie onderlinge antagonisten Aphrodite, Hera of Athene is - de drie rivalen in het gebeuren rond Paris en Helena en de Trojaanse oorlog en Aeneas’ zwerftocht die daar het gevolg van waren - of de zich in het algemeen afzijdig houdende Hekate. Als het een van het genoemde drietal is, dan hoeven we ons omtrent het lot van Palinurus, denk ik, geen illusies meer te maken. Maar als het Hekate is, zij die macht over de hemel, de aarde, de zee en de onderwereld heeft, dan zou dat een verschil kunnen uitmaken.
Ik denk echter dat een tussenkomst van Hekate slechts een strohalm is, wanneer wij willen dat het met Palinurus toch nog goed zal aflopen. En wel, omdat Poseidon zijn 'belofte' ook aan een Aphrodite in haar hoedanigheid van schikgodin deed, en niet alleen aan een bezorgde moeder! Immers, wanneer je haar smeekbede en zijn belofte vanuit haar achtergrond als schikgodin  herleest, dan is het net of Poseidon instemt met een wens die een bevallige mond niet hoeft uit te spreken. En dat hij, sowieso al niet opgewassen tegen haar kracht en bevalligheid, deed wat zij eigenlijk wilde: dat hij met zijn woorden bekrachtigde wat zij, haar deernis met de jonge Helena ten spijt, vond dat er moest gebeuren. (Dat Poseidon daarmee ook nog verraad pleegde aan zijn eigen kamp waar vooral Hera maar ook Athena de dienst uitmaakten, was, gezien de onderlinge rivaliteit van de drie, voor Aphrodite ook mooi meegenomen.) En verder is er nog een aspect van Aphrodite die haar bepalende rol in het gebeuren in de zeekloof verder onderstreept: haar hoedanigheid met de bijnaam 'Aphrodite de Wolvin' (Graves, 81.9), waarop ik, denk ik, niet nader hoef in te gaan, omdat de relatie met Skylla en Hekate al duidelijk genoeg is.
Betekent dit ook dat Hekate door Aphrodite in dit ‘offer’ buitenspel is gezet? En dat de meest hoogstaande godin gedwongen werd machteloos toe te zien hoe onder invloed van een kracht waartegenover zelfs Zeus, zoals we zagen, machteloos stond, iemand die haar bescherming genoot alsnog geslachtofferd ging worden? Wie weet heeft Hekate nog wel een poging gedaan om net als drie nachten terug haar bescherme­ling te redden. Maar dat toen Palinurus in de wolfsschoot van nota bene haar eigen kind verdween, haar niets anders restte dan het beschaamde hoofd af te wenden...

 

> home - > eerste wacht - > hondewacht - > dagwacht - > voormiddagwacht - > 1 > 2 > 3 - > menu