ANALECTA 1 - DERDE BOEK / DE ZWERFTOCHT NA TROJE
09. BEDREIGD DOOR DE ETNA EN DE KYKLOPHEN
9e landingsplaats - aan de voet van de Etna en bedreigd door de kykloopsen.
Wanneer de wind 's avonds wijkt landen ze doodmoe aan de voet van de Etna (bij het huidige Taormina of tussen die plaats en Catania) - een gebied dat vanwege de vulkanische rotsen daar naar de kykloopsen genoemd is: Scogli dei Ciclopi.
Toen bracht ons avondstilte zoete rust -
op der Cyclopen land! Wij wisten 't niet.
Een diepe haven, veilig voor de wind; 570
maar dichtbij davert Aetna's rollend puin.
Soms breekt een wolk van rook eruit omhoog
met kolkend pek, met gloeiend' as gemengd,
en likt de sterren met der vlammen tong;
soms worden brokken steen en lavastromen 575
uit d' ingewanden van de berg gebraakt
met diep gekreun. Want 't neergebliksemd lijf
ligt daar bedolven van Enceladus -
zo zegt men - en 't gebergte dat hem dekt
spuwt vuurgloed door de barsten van zijn wand: 580
als hij zich omdraait, beeft Trinacria
en wordt met rook de hemeltrans befloerst.
De hele nacht verdroegen wij, in 't bos
verscholen, die verschijnselen vol schrik,
waarvan ons d' oorzaak raadselachtig bleef;
want zelfs geen hemellichten blonken ons, 585
daar zware wolken maan en sterren dekten
in 't diepe duister van de sombre nacht.
(v 568-587)
De volgende ochtend ontmoeten de Trojanen een door Odysseus daar achtergelaten Griek, die om hulp vraagt. Hij vertelt hun over de kykloops Polyphemos, die door Odysseus is blindgemaakt en nog steeds aan de voet van de Etna woont evenals nog honderd andere kykloopsen. Polyphemos verschijnt en nadert de plek waar de Trojanen zich bevinden, die in aller ijl wegroeien. De kykloops daalt af in zee en probeert hun nog wel te grijpen. Hij begint op een verschrikkelijk te brullen wanneer dat mislukt, waarna ook de andere kykloopsen verschijnen (v 588-676):
Maar toen zijn handen ons niet grijpen konden, 670
ons in te helen hem onmooglijk bleek,
verhief zijn stem zich tot een donderschreeuw
waardoor de hele zee aan 't beven ging,
Italia weergalmd' en Aetna's kuil.
Uit bos en bergen kwamen aangesneld 675
Cyclopen naar de haven en het strand.
Daar zagen wij hen machtloos grimmig staan,
die Aetna-broeders met hun enig oog,
wier hoofden reikten naar de hemeltrans,
een ruig gezelschap, zoals hooggekruind
een bos van eiken of cypressen staat 680
aan Jupiter gewijd of aan Diana.
(v 670-681)
Doelloos vanwege alle paniek hijsen zij de zeilen, en varen op goed geluk weg, waarbij zij - vanwege de waarschuwingen van Helenos - ook een confrontatie met Skylla en Kharybdis moeten zien te vermijden. Een noordenwind steekt op die de Trojanen weg van de nauwe zeestraat van Peloros, met aan weerszij de twee genoemde monsters, doet varen.(v 682-688)
> terug / omhoog naar begin pagina |