Amsterdam 1965, Wereldbibliotheek N.V.

 

 

Aeneis Boek 5 - Oponthoud in Eryx

> 1. Vertrek uit Karchedon en wederom een storm

> 2. Terug op Trinakria, in Eryx

> 3. Hera hitst de Trojaanse vrouwen op

> 4. Twijfels bij en beslissingen van Aineias

> 5. Vertrek uit Eryx

> 6. Aphrodite’s smeekbede aan Poseidon

* 7. Palinouros’ droeve droom en val overboord

 

> Aeneis - overige boeken

 

> submenu analecta

> home

 

 


ANALECTA 1 - VIJFDE BOEK / OPONTHOUD IN ERYX

 

 

 

07. PALINOUROS’ DROEVE DROOM EN VAL OVERBOORD

 

Palinouros wordt door de slaapgod bedwelmd en valt, ondanks zijn verzet in slaap gebracht, hals over kop in zee. (v 833-863)

Palinouros leidt de vloot voor alle andere schepen uit.
De vochtige* nacht heeft bijna het hoogste punt van haar hemelbaan bereikt. De roeiers zijn diep in slaap en rusten bij hun riemen. Dan komt, schaduwen en zwarte nevels uit de weg slaand*, vanuit de sterrenhemel de slaapgod naar beneden gegleden, u zoekend, Palinouros, droeve droom u brengend - onverdiend.
De god zet zich als Phorbas vermomd bij het hoge roer op de achterplecht naast de stuurman neer en begint tegen hem te praten.

"De vloot heeft voorspoed, zoon van Iasos, er staat een vaste bries. Uw wacht is om. Leg 't hoofd nu neer en gun uw ogen rust, zolang 'k uw plichten van u overneem!"

Palinouros kijkt hem nauwelijks aan terwijl hij antwoord geeft en houdt zijn blik vooruit gericht.

"Zou ik niet weten wat een kalme zee met weinig golfslag te beteeknen heeft? Zou ik dit monster ooit vertrouwen, ik Aineias - stel je voor! - aan schone schijn van wisslend weder overlaten, ik
die toch zo vaak daardoor bedrogen ben?"


Terwijl Palinouros spreekt houdt hij het roer stevig vast, zijn blik gericht op de sterren. De god zwaait met een twijg die nat is van bedwelmend vocht uit de Lethe en de Styx boven Palinouros’ hoofd, maakt zijn ogen zwaar en sluit die wanneer hij diens verzet daartegen heeft weten te breken. Wanneer de onverwachte slaap Palinouros’ lichaam heeft doen ontspannen, stort de slaapgod zich op de stuurman en duwt hem hals over kop met roer en een deel van de achtersteven in zee. Palinouros roept tevergeefs om hulp.
De god wiekt als een vogel omhoog de ijle lucht in. Zoals Poseidon had beloofd vaart de vloot door geen gevaar bedreigd verder.

 

De vloot vaart zonder stuurman verder, waarbij aan de rots waar eens de sirenen huisden voorbij wordt gevaren. (v 864-871)

Als hij de sirenenrots nadert - gevaarlijk eens, van veel gebeente wit, thans slechts een branding, bruisend reeds van ver* - ontdekt Aineias dat zijn vaartuig zonder stuurman vaart. Hij neemt zelf de leiding die nacht en klaagt om het onheil van zijn vriend.

"O Palinurus die het heldre weer te veel vertrouwd hebt, onbegraven zult gij liggen op een onbekende kust."

 

_____

 

Vochtige nacht’ - Nox Umida. Vertaling die accurater is van M.A.Schwartz. ‘Nox Umida’ is een belangrijk thema in Het Project en Het Verhaal.

‘Schaduwen en zwarte nevels uit de weg slaand.’ Vertaling van M.D’Hane-Scheltema, die eveneens meer accuraat is.

‘De rots waar eens de sirenen huisden: gevaarlijk eens, van veel gebeente wit, thans slechts een branding, bruisend reeds van ver.’ De sirenen zijn een belangrijk thema in de hoofdstructuur van Het Verhaal. 

 

De volledige tekst van dit fragment in de vertaling van A. Rutgers van der Loeff:

Van 't voorste schip hield Palinurus 't roer,
naar wie der andren koers zich richten moest.
De nacht had welhaast 't hoogtepunt bereikt, 835
en op de harde doften rustten zacht
de roeiers, toen van 's hemels sterrentrans
de slaapgod neergleed door de donkre lucht,
u zoekend, Palinurus, droeve droom 840
u brengend - onverdiend. Op hoge plecht
begon hij, Phorbas lijkend, dit gevlei:
"De vloot heeft voorspoed, zoon van Iasus,
er staat een vaste bries. Uw wacht is om.
Leg 't hoofd nu neer en gun uw ogen rust, 845
zolang 'k uw plichten van u overneem!"

Maar Palinurus keek hem nauwlijks aan:
"Zou ik niet weten wat een kalme zee
met weinig golfslag te beteeknen heeft?
Zou ik dit monster ooit vertrouwen, ik
Aeneas - stel je voor! - aan schone schijn 850
van wisslend weder overlaten, ik
die toch zo vaak daardoor bedrogen ben?"

Zo sprekend hield het roer hij stevig vast
en d' ogen naar de sterren strak gericht.
Toen heeft de god een twijg met Lethe's nat
en met bedwelming uit de stroom der Styx 855
hem boven 't hoofd gezwaaid en al 't verzet
gebroken van zijn slaapomfloerste blik.
Zodra hem rust ontspanning had gebracht,
stortte zich Slaap op hem en wierp hem met
een deel der plecht en 't hele roer in zee,
hals over kop, met vruchtloos hulpgeroep. 860
Zelf wiekt' in d' ijle luchten hij omhoog.
Maar niettemin voer veilig, onvervaard
de vloot, zoals Neptunus had beloofd.
Reeds naderden zij der Sirenen rots,
gevaarlijk eens, van veel gebeente wit, 865
thans slechts een branding, bruisend reeds van ver,
toen bleek hoe 't vaartuig zonder stuurman voer.
Aeneas stuurde die nacht zelf het schip
en klaagd' ontroerd door 't onheil van zijn vriend:
"O Palinurus die het heldre weer 870
te veel vertrouwd hebt, onbegraven zult
gij liggen op een onbekende kust."

(v 833-871)

 

> terug / omhoog naar begin pagina

 

> home - > Aeneis boek 5 - > 01 - > 02 - > 03 - > 04 - > 05 - > 06 - * 07 - > overige boeken

> analecta